De sleutelhanger

 

Mijn sleutels van de afdeling waar ik werk hangen aan een Efteling sleutelhanger. Een veel te duur prul dat sentimentele waarde heeft omdat hij een foto van mij en mijn zus bevat die genomen is tijdens een rondje ‘droomvlucht’.

Het karretje moet even opzij gezwiept hebben, mijn haar waaiert een beetje uit. Dat van mijn zus niet. Daar is het niet lang genoeg voor. Het spreekwoordelijke vogeltje was vast een elfje. We kijken allebei opgetogen. 2 meisjes van midden 40, de schare pubers joelend in de karretjes na het onze.

 

De droomvlucht begint als een zacht fantasiespel met een ‘all good’ karakter. Zacht schommelend glijdt het gondeltje langs liefelijke, ronddartelende elfjes. Ze bivakkeren daar gezellig samen in onwaarschijnlijke peis en vree voor altijd en altijd. Een milde spiraal naar beneden brengt je daarna bij de ‘all bad’ zone. De wereld wordt er bevolkt door trollen met prachtig gemaakte afzichtelijke gezichten. (Echt, zo’n baan zou ik dan even willen, de hele dag crea mogen doen.) Maar geen paniek! Ze doen eigenlijk niks en eind goed al goed. Na afloop van de rit kan je tegen betaling dus een gematerialiseerde droomherinnering krijgen. Ik zag onze foto bij de uitgang en liet me verleiden tot de aanschaf van deze sleutelhanger. Om de lichte gêne over deze hebberigheid weg te rationaliseren bedacht ik dat het geen kwaad kon om voortaan een geheugensteuntje te bezitten voor het feit dat er volgens Panksepp (1998) 7 emotionele systemen zijn en dat je vooral het speelsystem niet moet verwaarlozen. Met spel oefenen we voor ‘later als we groot zijn’. De volwassen variant luidt: ‘voor straks als het menens is’. Spel is leuk omdat het niet echt is. Daarom is de hele Efteling leuk. Je kan er alle ander systemen in kwijt, in speelmodus. Behalve misschien het paniek / verdriet systeem. Als dat geactiveerd wordt ben je je kind kwijt in de wondere wereld. Dat is dan beslist niet sprookjesachtig. Dat systeem wordt meestal vanuit het perspectief van het kind beschreven: er is paniek en daarna intens verdriet als jij kwijt ben. Maar geloof me, dat is ook omgekeerd het geval. Als je dan opgelucht en een tikje beschaamd de kwijtgeraakt kleuter opgehaald hebt bij het vermiste-kind-punt -alle andere leeftijden kan je gewoon bellen al moet je hopen dat ze opnemen of dat het ding niet ergens tijdens een 8-baan rondje uit een broekzak gevallen is- gaat daarna soms je woedesysteem aan. Ook voor het echie en altijd met de echo van de verdrietkant van paniek / verdriet. Meteen daarna gaat je zorgsysteem aan dat in de episode daarvoor van slag geraakt is. ‘Ja, natuurlijk mag je een ijsje’. ‘Nee, dat mag je niet alleen halen. Ja ik weet dat jij dat kunt, maar ik nog even niet.’ De gefrustreerde autonomiebehoefte aldus negerend, trigger je dan het woedesysteem van je kind. Of het zorgsysteem van de hummel, ‘kom maar, ik weet de weg’, de blik ferm gevestigd op de levensgrote ijshoorn des overvloeds boven de kraam. En huppakee, daar gaat het speelsysteem weer aan. Vrolijk loop je samen die kant op en je voelt het geruststellende knuistje in je hand. Later zal iemand anders dat handje vasthouden. Een prelude op de inmenging van het lustsysteem. Met een stel pubers om je heen krijg je daar een schattige intro op, ook in de Efteling. Spelenderwijs.

 

Ik ben nog niet helemaal in therapie modus. Bij binnenkomst heb ik de sleutelbos wat achteloos op mijn bureau gegooid. Nu springt hij mijn eerste cliënt in het oog. Een jongeman van begin 20 met een treurige geschiedenis en wat manische trekjes. Daarmee houdt hij zijn gevoel van mislukking op afstand en zijn omgeving verward én aandachtig. Ik heb er altijd een beetje het raden naar wat echt is en wat hij bij elkaar fantaseert. Hij is nieuwsgierig genoeg om te vragen ‘wat er op dat plaatje daar staat’. ‘O, dat heb ik om me er aan te herinneren dat het een goed idee is om elke dag een beetje plezier te maken’, zeg ik wat onnadenkend. Ik heb er onmiddellijk spijt van. Een klassieke reactie die het therapeutisch proces meer zou hebben gediend, zou geweest zijn: ‘wat is je gedachte daarbij?’ of iets dergelijks. De nummer één met stip onder de spreekkamervragen die het verkennen van de eigen binnenwereld van de cliënt moet stimuleren. Maar na deze weliswaar spontane maar volstrekt niet terzake doende zelfonthulling volgt uiteraard de vraag: ‘hoezo, wat staat er op dan?’. Ik voel me ongemakkelijk maar besluit gewoon te antwoorden. Hij grinnikt. ‘Ik had jou meer in de Python bedacht’. Dat is een fijne uitweg naar zíjn binnenwereld. ‘O’, zeg ik ietwat geamuseerd, ‘vertel eens’. Volgens mij bereikt de glimlach mijn ogen. ‘Daar hou je echt van’, stelt hij opgetogen vast. Ik voel me een beetje betrapt. Ik krab bij wijze van regulatie en afweer even aan de zijkant van mijn neus. Ik heb een absoluut a-analytisch gezicht. Het spreekt boekdelen. Mijn cliënten hebben zelden last van een still-face ervaring in contact met mij. ‘Dat klopt’, lijkt mij het enige passende antwoord.

 

Zo’n ritje in de droomvlucht is de opmaat naar het betere ‘tumble and rough play’ van de attracties in Ruigland. En ja, die zijn mijn ‘guilty pleasure’. De Python voorop, waarin je over de kop gaat en je doodsangsten kan beleven. De non plus ultra van het angstsysteem. Menig puber schertst vlak voor vertrek ‘fijn je gekend te hebben’. Dat gaat gepaard met veel gegiechel en gegier. En het wordt begeleid door het klikken van het veiligheidssysteem. Zo blijft het leuk. Het ritje duurt kort, teleurstellend kort, gelukkig zo kort.

 

Waarom heb je dan geen sleutelhanger van de Python? Dat is een goeie. ‘Daar zal ik eens over nadenken’, maak ik mij er vanaf. Wat maakt nou dat ik juist bij deze attractie de foto wilde hebben? Dat is vast niet toevallig. Ik had inderdaad net zo goed een sleutelhanger kunnen scoren bij de Python. Daar ben ik dat weekend minstens 10 keer in geweest. En ook in alle andere Ruiglandattracties. Dat gebeurt gewoon met een clubje pubers. Die negeren het sprookjesbos. Van hun zoeksysteem draait vooral het onderdeel ‘thrillseeking’ overuren. Maar het was dus de droomvlucht-foto die ik wilde hebben, mét de gedachte dat ik de sleutelhanger voor mijn werk wilde gebruiken. Natuurlijk heb ik de droomduiding gelezen in mijn studententijd. En ja, in veel van de therapieën die ik geef komen dromen aan bod. Maar of dat het nou is geweest? Misschien miste ik wat luchtigheid op mijn toenmalige afdeling. Bloedserieuze boel daar.

‘Ik hou het meest van Villa Volta’, onderbreekt mijn cliënt mijn overpeinzing. Kennelijk vindt hij dat het wel genoeg over mij gegaan is. Ik deel die mening. ‘Lekker, al die zinsbegoocheling.’ Hij klinkt half serieus, een tikje uitdagend. Stilte. Villa Volta, de betoverde en verdoemde villa waar boven onder is en onder boven. Ik ga altijd bovenin zitten. Dan kan je soms een glimp van de constructie opvangen. Ik heb dan kennelijk wat behoefte aan een snufje realiteitstoetsing. ‘Maar dat wist je al, doc’. Even twijfel ik of ik bij hem ooit de indruk gewekt heb dat ik dokter ben. Zucht, niemand heeft me ooit beloofd dat ik dit vak altijd spelenderwijs zou kunnen uitoefenen. Ik ben nu in ‘later als het menens is’ belandt met hem.

 

 

 

 

 

 

BIRGIT DE CNODDER

 

Leestips

 

Panksepp, J. (1998). Affective neuroscience: The foundations of human and animal emotions. Oxford University Press

 

 

Noot

Waar Freud twee driftsystemen beschrijft, onderscheidt Panksepp er zeven. Hij noemt ze affectieve systemen. Die zijn allemaal neurobiologisch verankerd en ze hebben hun eigen emoties.

 

Bij het zoeksysteem horen enthousiasme, ambitie, nieuwsgierigheid en voorpret. Het systeem zorgt er voor dat we dingen ondernemen, op onderzoek uitgaan en ons ontwikkelen. Hét systeem om naar een Efteling bezoek uit te kijken dus

 

Het angstsysteem helpt ons gevaarlijke situaties herkennen en daarop te reageren met bevriezen of vluchten – afhankelijk van welke reactie de grootste overlevingskans oplevert. De bijbehorende gevoelens variëren van nervositeit tot regelrechte doodsangst. En daar kan je in de Ruigland heerlijk mee oefenen zonder dat het écht wordt. Het vraagt dan wel wat basisvertrouwen in techniek en zo.

 

Het paniek / verdriet systeem is het bij zoogdieren universeel aanwezig en het treedt in werking als een jong gescheiden wordt van zijn moeder. Later in ons leven is het de psychologische pijn die we bijvoorbeeld ervaren als we door dood of afwijzing een geliefde verliezen. De gevoelens die bij deze oer-emotie horen, zijn eenzaamheid, verdriet en in het ergste geval ‘hopeloze wanhoop’. Paniek is dus anders dan angst; paniek ontstaat bij ervaren verlies; dat is de een eerste beweging de en daarna volgt verdriet, rouw, mogelijk depressie. Loop je verloren in de Efteling? Reken maar dat dit systeem geactiveerd wordt.

 

Het woedesysteem wordt actief als een basale behoefte niet vervuld wordt en als we ons bedreigd voelen. Dit systeem veroorzaakt gevoelens van irritatie of agressie. Het maakt dat we onze stem verheffen en desnoods op de vuist gaan. Of in de kindvariant: plat op de buik gaan in het midden van supermarkt, of de wachtrij bij een attractie dus.

 

Het zorgsysteem veroorzaakt warme gevoelens van liefde en empathie. Hierdoor geven we onze kinderen alles wat ze nodig hebben om van totaal afhankelijke baby’s uit te groeien tot zelfstandige volwassenen. Zo overleven we als soort. Meer in het algemeen maakt het ons behulpzaam en sociaal. Als je een ánder verloren gelopen kindje tegen komt in de Efteling, ontferm je je daar meestal over.

 

Het lustsysteem zorgt voor seksuele opwinding en verlangen en is ook belangrijk voor onze overleving. Daarzonder zouden we ons immers niet voortplanten. De prelude er op is nieuwsgierigheid naar de ander, flirterigheid etc. Als die heerlijke kalverliefde die vooral buiten het hard core sprookjesbos kan observeren als je een beetje oplet.

 

Het spelsysteem tot slot is een belangrijk, te weinig onderkend systeem. Het triggert de behoefte om te stoeien en te spelen en maakt dat we plezier beleven is. Ook dit systeem is universeel aanwezig bij zoogdieren en belangrijk voor de ontwikkeling. Spelen is ‘oefenen voor later’. Cruciaal is het ‘alsof karakter’. Daarom is de Efteling zo’n heerlijke proeftuin voor het beleven van vanalles-en-nog wat.

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *